Serieschakelaar aansluiten: hoe pak je het aan?
Een serieschakelaar laat je toe om met één schakelaar twee lampen apart van elkaar te bedienen. In dit artikel ontdek je stap voor stap hoe je zelf een serieschakelaar aansluit, welk gereedschap je nodig hebt en waar je op moet letten tijdens de installatie.
Wil je de klus liever overlaten aan een professional? Vul het offerteformulier in en kom in contact met elektriciens in jouw buurt.
INHOUDSTAFEL
Hoe sluit je een serieschakelaar aan?
Onderstaand stappenplan zet je op weg om zelf een serieschakelaar aan te sluiten.
Benodigdheden
Voor het aansluiten van een serieschakelaar heb je volgend materiaal nodig:
- Een serieschakelaar met afdekraam en bedieningsknoppen
- Bruine fasedraad voor de stroomtoevoer
- Zwarte draden voor de verbinding naar beide lampen
- Een schroevendraaier (kruis en plat)
- Een striptang voor het strippen van de draden
- Een spanningszoeker
- Een waterpas

Stap 1: Schakel de stroom uit
Begin met het uitschakelen van de spanning via de groepenkast. Zoek de juiste groep waar de serieschakelaar op aangesloten wordt. Bij twijfel over welke groep het is, schakel je de hoofdschakelaar uit.
Test vervolgens met een spanningszoeker of er geen stroom meer staat op de bruine fasedraad en zwarte draden.
Zodra je zeker weet dat alle componenten spanningsloos zijn, kun je de bestaande schakelaar demonteren. Let goed op hoe de bedrading is aangesloten – maak eventueel een foto. Zorg dat alle schroefverbindingen goed vast zitten voordat je verdergaat met de volgende stap.
Stap 2: Strip de fasedraad en schakeldraden
Neem de striptang en bekijk eerst goed de achterkant van je serieschakelaar. Daar zie je tot welke lengte je de draden moet strippen. Bij de meeste schakelaars is dit ongeveer 1 centimeter.
Strip nu voorzichtig de bruine fasedraad en de twee zwarte schakeldraden die naar de eerste en tweede lamp gaan. Let op dat je alleen de isolatie verwijdert en niet in het koper snijdt.
Zijn de draden gestript? Draai dan de losse koperdraadjes netjes in elkaar. Zo voorkom je dat er later losse draadjes uitsteken die kortsluiting kunnen veroorzaken. Een goed gestripte draad maakt het ook makkelijker om straks de verbinding met de schakelaar te maken.
Stap 3: Verbind de draden met de schakelaar
Pak je serieschakelaar en kijk naar de aansluitpunten. De bruine fasedraad sluit je aan op het contact met het ‘L’ symbool. Dit is meestal het bovenste aansluitpunt.
De twee zwarte draden die naar de lampen lopen, verbind je met de overige aansluitpunten (vaak aangeduid met ‘1’ en ‘2’). Het maakt niet uit welke zwarte draad je op welk punt aansluit – beide lampen werken straks onafhankelijk van elkaar.
Stap 4: Bevestig de schakelaar en test de werking
Neem de serieschakelaar en plaats deze voorzichtig in de inbouwdoos. Houd de schakelaar een beetje schuin zodat de schroefjes van de inbouwdoos in de schakelaar passen. Draai vervolgens de schroeven goed vast. Werk de schakelaar netjes af met een bedieningswip en een passend afdekraam.
Schakel de stroom weer in via de groepenkast. Test beide schakelknoppen om te controleren of elke lamp apart aan- en uitgaat. Werkt één van de lampen niet? Check dan of je de zwarte draden correct hebt aangesloten op de juiste aansluitpunten.
Andere soorten schakelaars
Naast de serieschakelaar bestaan er nog verschillende types schakelaars voor specifieke toepassingen in je woning. Een differentieelschakelaar regelt bijvoorbeeld niet je verlichting, maar schakelt bij lekstromen de stroom automatisch uit. Zo voorkom je brand en elektrocutie.
1. Enkelpolige schakelaar
De enkelpolige schakelaar is perfect voor het bedienen van één lichtpunt vanaf één plek. Je vindt deze schakelaar vaak in kleinere ruimtes zoals een toilet, berging of slaapkamer. Met twee aansluitklemmen en één schakelknop is dit de meest eenvoudige schakelaar in je elektrische installatie.
Steeds vaker kiezen mensen voor een wisselschakelaar die je ook als enkelpolige schakelaar kunt gebruiken. Dit komt door de universele werking – met drie aansluitklemmen heb je meer mogelijkheden voor toekomstige aanpassingen.
Bij een enkelpolige schakeling wordt alleen de fasedraad onderbroken. De nuldraad gaat rechtstreeks naar je lamp. Deze simpele maar effectieve werking maakt de schakelaar betrouwbaar en makkelijk in gebruik voor dagelijkse verlichting.
2. Dubbele of tweepolige schakelaar
Een tweepolige schakelaar onderbreekt zowel de fase- als nuldraad.
Deze schakelaar herken je aan de vier aansluitpunten: L1, L2, 1 en 2. Bij het aansluiten verbind je de inkomende fasedraad met L1 en de inkomende nuldraad met L2. De uitgaande draden naar je lamp sluit je aan op de klemmen 1 en 2.
Door beide draden te onderbreken, is je lamp volledig spanningsvrij als je de schakelaar uitzet. Dit maakt deze schakelaar veiliger en perfect geschikt voor vochtige ruimtes of buitentoepassingen.
3. Wisselschakelaar
In lange gangen en trappenhuizen wil je het licht vanaf twee verschillende plekken kunnen bedienen. Met een wisselschakelaar schakel je eenvoudig één lamp of lichtgroep in en uit vanaf twee locaties.
De wisselschakelaar beschikt over drie aansluitklemmen: L voor de fasedraad en twee klemmen (1 en 1′) voor de schakeldraden. Bij het aansluiten verbind je de fasedraad met de L-klem en de twee zwarte schakeldraden met de overige klemmen.
Zoek je nog elektriciens in je buurt? Verstuur je aanvraag en ontvang gratis offertes op maat
Via ons platform kom je snel in contact met ervaren elektriciens in jouw regio. Zij sturen je gratis en vrijblijvend meerdere offertes op maat op. Zo kun je prijzen vergelijken en de beste keuze maken voor jouw situatie. De elektriciens uit ons netwerk hebben ruime ervaring en garanderen een veilige, correcte installatie.